ページの画像
PDF
ePub
[graphic][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed]
[graphic][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed]
[graphic][merged small][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed]
[graphic][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][ocr errors][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed][subsumed]

ZINMELODIE EN LICHAAMSREAKTIE.

Het onderwerp, waarvan ik hier een korte schets wens te geven, is tot dusver zelfs in wetenschappelike kringen meer bespot dan ernstig bestudeerd. In mijn berlijnse studentenjaren hoorde het tot de goede toon, er de draak mee te steken en zo maakte ik er het eerst kennis mee in de vorm van aardigheden over buikpijn als middel om tekstkritiek uit te oefenen of plagiaat in dissertaties aan te tonen. Over het algemeen haalt men in Berlijn ook nu nog de schouders op over deze, vooral van Leipzig uit gepropageerde ideeën 1): 'hie Leipzig, hie Berlin' is in metriese en melodiese aangelegenheden nog steeds de strijdkreet. Mijn spotten echter verging al spoedig, toen ik hoorde, hoe Eduard Sievers, overtuigd van het gewicht en de waarheid van deze nieuwe ontdekkingen, jarenlang zijn eigenlike germanistiese studies had laten rusten, en 't Hebreeuws was gaan beoefenen om de resultaten van zijn rythmies-melodiese onderzoekingen. . . . op het oude testament toe te kunnen passen 2). Spoedig werden mij nu ook zijn nieuwe resultaten op germanisties gebied bekend, meer in het biezonder de toepassing van zijn theorieën op de tekstkritiek in het algemeen, en ik zag in, dat de berlijnse aardigheden, die mij lange tijd een vooroordeel hadden ingeboezemd tegen een reeks van de grootste filologiese ontdekkingen van deze eeuw, flauwe aardigheden geweest waren.

In ons land was van deze onderzoekingen tot voor korten tijd nog weinig bekend. Jacobus van Ginneken was bij mijn weten de eerste, die in een in Amsterdam gehouden lezing over de taal van het gevoel in gelaat, gebaar en klankexpressie op de ontdekkingen van de familie Rutz de aandacht vestigde. 3) Een overtuigd aanhanger van 'de nieuwe leer', zoals haar aanhangers haar wel wat al te weids gaarne noemen, is Prof. N. v. Wijk: door hem heeft ze zich zelfs al een plaatsje veroverd in een schoolboek 4). In de zitting van 2 Oktober 1913 van de Maatschappij van Nederlandse letterkunde heeft dezelfde geleerde een voordracht over het onderwerp gehouden 5). Toch zijn velen nog niet bereikt, waarbij ik niet alleen het oog heb op mannen van het onderwijs, maar ook denk aan musici, toneelspelers, redenaars, enz. voor wie deze nieuwe ontdekkingen niet minder belangrijk zijn. Ook in ons land zal een hevige strijd met een menigte vooroordelen moeten gevoerd worden, zoals dit bij alle nieuwigheden het geval is: en zeker op dit gebied, waar de wetenschappelike kontrole voor sommigen, wier oor of spiergevoel toevallig door de natuur minder goed ontwikkeld werd, zo uiterst moeilik is. Er komt nog iets bij: voor zover het de onderzoekingen

1) Men leze b.v. de opmerkingen van Baeseke in de Anzeiger für deutsches Altertum, XXXIV, 222 v.v., of van Heusler in de Deutsche Literaturzeitung van 15 Juni 1912 (no. 24). 2) Proeven hiervan in de Alttestamentische Miszellen. (Berichte der sächsischen Gesellschaft der Wissenschaften der jaren 1904, '05 en '07).

3) In gewijzigde vorm herhaald in de Nieuwe Taalgids, jaargang 1913, blz. 1 v.v.: belangrijk vooral om de toepassing op nederlandse auteurs.

4) De Nederlandsche Taal, 3e druk, blz. 164 v.v.

5) Sedert verscheen van de hand van deze geleerde een studie in de Gids (Septembernummer 1915, blz. 458 v.v.: De rompstand en zijn betekenis voor taal en muziek).

Neophilologus, I.

11

« 前へ次へ »