ページの画像
PDF
ePub

bedriegt, nimmer ontzinkt. Zij doet ons 's levens zee veilig bezeilen en 's levens stormen doorstaan, en voert ons eenmaal, zonder dat wij hebben behoeven af te zwerven, op veiliger ree, in behouden haven binnen.

En zou zij het dan ook niet zijn, die licht over het levenspad verspreidt, en den mensch leert, zich in allen gevalle op de regte wijze te gedragen? Zoo althans oordeelt de Prediker er over. Hij hield de wijsheid voor zooveel uitnemender dan de dwaasheid, als het licht uitnemender is dan de duisternis. Immers de wijze heeft oogen in zijn hoofd, maar de dwaas gaat in de duisternis daarhenen. (II: 14, 15.) Reisgenooten langs 's levens baan! wat zal onzen voet voor struikelen bewaren? wat zal ons, wanneer het donker is om ons heen, gerust en veilig doen henengaan? wat zal ons over hobbelige streken henen helpen, en gapende afgronden doen mijden,, en het doel onzer reize gelukkig doen bereiken, zoo het niet deze wijsheid is? Zij maakt ons geschikt voor elke betrekking, waarin wij hier op aarde zijn geplaatst. Haar raad in moeijelijke gevallen, haar bestuur in twijfelachtige zaken, hare stem bij het zwijgen van elke andere komen ons immer te stade. Immers, gelijk de Prediker zegt, het hart des dwazen moge ter zijner slinkerhand zijn, dat des wijzen is hem ter regterhand; dat is, het wijst hem in alles het regle spoor ; hij heeft in zijne levenswijsheid den besten gids en raadsman immer bij zich.

Mag ik er al verder niet bijvoegen, dat hij, die echte levenswijsheid bezit, daardoor het werktuig wordt in hooger hand tot heil zijner natuurgenooten? De Prediker althans had het gezien, dat in eene kleine, weinig volkrijke stad, door een groot koning aangevallen en omsingeld, een arm, wijs man opstond, die dezelve verloste door zijne wijsheid; en, schoon geen mensch zijner meer gedacht, had hij toch bij zichzelven gezegd: Wijsheid is beter dan heldenkracht; wijsheid is beter dan krijgswapenen. (IX: 13-18.) En is niet hetzelfde nog heden ten dage het geval? Ach! wj allen zijn dwazen en kortzigtigen; maar toch behaagt het vaak hooger Wijsheid, door

onze gebrekkige kennis, wanneer zij slechts sprank is van Haar licht, anderen te verlichten, te helpen en te verblijden. Vanwaar die hooge vereering, die ten allen tijde aan die weinigen ten deele viel, die den naam van ware wijzen mogten dragen? Was dezelve niet de bijtendste satyre des menschdoms op zichzelf, en tevens de onpartijdigste hulde, aan hunne weldadige verdiensten gebragt? Elke ware wijze is het zout der aarde, is een geschenk aan den grooteren of kleineren kring, waarin hij leeft, oefent onberekenbaar zegenrijken invloed, en verspreidt licht, warmte en vruchtbaarheid, even als de zon, rondom zich. Eindelijk zegt de Prediker: Dit is het uitnemende van wetenschap en wijsheid, dat zij haren bezitters het leven geeft. (VII: 12.) Inderdaad, eerst het leven van den waren wijze mag leven heeten. Het is overeenkomstig met zijne waarde als mensch. Het verheft hem hoog boven al het geschapene rondom hem. Zijne levenswijsheid geeft hem den smaak voor, en het genot van het reinste geluk. Zijne levenskrachten zijn verhoogd, zijn levenslust is veredeld, zijn levensdoel is helder in het licht gesteld. Zoo leeft hij oneindig meer dan anderen, die hun aanzijn hier beneden doorsluimeren en wegdroomen. Zoo rijpt de levenswijsheid in hem tot vatbaarheid voor hoogere kennis en volmaking. En wanneer hij, aan de hand van deze vriendelijke leidsvrouw, eenmaal zijne bestemming gelukkig zal hebben bereikt, dan zal hij het in volle kracht ervaren, dat zij haren bezitters het leven geeft.

[ocr errors]

III. Mij is overig, dat ik met een kort woord u nog des Predikers antwoord doe hooren op de laatste vraag: Is deze levenswijsheid verkrijgbaar; en op wat wijze?

Des Predikers ervaring antwoordt ons hier vooreerst, dat de verkrijging van echte levenswijsheid hoogst moeijelijk is. Hoort hemzelven spreken! Dit alles heb ik met wijsheid beproefd: ik zeide, ik wil wijs worden, maar ziet zij was nog zeer verre van mij: wat ver af is, en diep zeer diep ligt, wie zal dat vinden? (VII: 23, 24.) En is het niet vaak op dezelfde wijze gegaan met velen, die naar wijsheid zochten? Tot wijsheid wordt vereischt, dat

men het ware wezen der dingen weet te kennen en te waarderen; maar hoe moeijelijk valt het in deze wereld der verschijnselen, zich boven allen schijn, die bedriegt, te verheffen! hoe vaak wordt men integendeel door dezelve begoocheld en weggesleept! En waarom blijft de nagedachtenis van ware wijzen en edelen zoo lang in het geheugen van tijdgenoot en nakomelingschap? Is het niet ook daarom, omdat zij zeldzaam en weinig in getal waren? Evenwel, M. H., mocijelijk moge het zijn tot levenswijsheid te geraken, onmogelijk is het niet. Immers, 's Predikers voorbeeld en geschrift leeren ons dit overtuigend. En vraagt gij, hoe hij tot die levenswijsheid gekomen was; Voorzeker langs geenen anderen weg dan dien van langdurige, naauwkeurige en onpartijdige opmerkzaamheid op de wereld en de menschen. Hij sloeg een' vorschenden blik op alles, wat er onder de zon geschiedt; en volgens zijne eigene getuigenis onderzocht hij gedurig. (XII: 8.) En ziet daar dan ook den weg, die nog tot levenswijsheid leidt! Voorzeker, men moet de menschen en de wereld meer dan oppervlakkig hebben gadegeslagen, men moet een' diepen blik hebben geworpen in de geheimste schuilhoeken van het hart, om altijd te weten, hoe zich te gedragen. Men moet vrij wat maskers hebben onder de oogen gezien, en door vrij wat valschen schijn hebben weten henen te dringen, om het leven, ontdaan van allen valschen tooi en bedriegelijk klatergoud, in deszelfs ware gedaante te kunnen beschouwen. Hebben wij dit niet ge-. daan, wij zullen het ontbrekende in de zoo dikwijls gebruikte spreekwijzen: Het leven is een - de mensch is geboren om te - nimmer kunnen invullen; en kunnen wij dit niet, hoe kunnen wij dan immer levenswijsheid verkrijgen?

En hiermede is naauw verbonden een ander middel, om tot levenswijsheid te geraken; een onaangenaam, maar echter zeer heilzaam en gemakkelijk te bekomen middel; ik bedoel grievende teleurstelling. O, zoo lang wij ons baden in het genot, en geen hooger geluk kennen dan te eten en te drinken en van goeder harte vrolijk te zijn, hoe

verre zijn wij dan van levenswijsheid verwijderd! Neen, vaak is er een gevoelige schok noodig, om ons uit dien droom te doen ontwaken, en alleen uit smartelijke teleurstelling wordt die overtuiging geboren, die de grondslag van alle levenswijsheid uitmaakt: IJdelheid der ijdelheden; 't is alles ijdelheid! Vandaar dan ook, dat verder gevorderden op den levensweg althans in de gelegenheid zijn, om een' rijken voorraad van levenswijsheid verkregen te hebben. Immers het is onmogelijk, eenen langen tijd hier beneden te hebben verkeerd, zonder dat men door rampen wijs heeft kunnen worden?

Door naar de zoodanigen getrouw te luisteren, (en ziet daar een nieuw middel u herinnerd) zullen wij dan ook het best die moeijelijke levenswijsheid leeren. Het is beter zelf het scherp verwijt der wijzen te hooren, zegt de Prediker, dan te luisteren naar het gezang der dwazen. (VII: 5.) En wie zou meer regt hebben op onze achting en op ons vertrouwen, dan zij, die wij als ware wijzen en grijs door ondervinding leerden kennen? Er zijn, ja, onleerzamen, die jaren lang de levensschool bezoeken, en zonder vrucht de lessen der ondervinding hooren, en zonder nut nog de privaatlessen van bijzondere onheilen en rampen ontvangen; maar toch, zal de mensch immer wijs worden, zoo moet hij het althans wezen, wanneer hij zestig of zeventig jaren bereikt. Die dan nog een oningewijde bleef in de hoogere kunst des levens, leert dezelve nimAan hen dan gewillig het oor geleend, die ons in jaren en ondervinding verre overtreffen. Het is ook daarom, M. H., dat ik, toen ik over levenswijsheid spreken wilde, meende niet beter te kunnen doen, dan u de lessen en opmerkingen van een' man te doen hooren, die in zijn geheele geschrift toonde, niet alleen grijs van hairen, maar ook grijs in ervaring te zijn.

mer.

Met vrijmoedigheid voeg ik er nog, als een laatste middel tot verkrijging van echte levenswijsheid, op 's Predikers gezag, dit bij: Levenswijsheid is onafscheidelijk van echte Godsvrucht, en is eene gave Gods. God te vreezen, en zijne geboden te bewaren, dat is des men

schen alles. Aan den mensch, die goed is voor zijn aangezigt, geeft God kennis en vreugde en wijsheid. (XII: 13. II: 26.) Zoo spreekt de Prediker; en die zichzelven, de wereld en de ware levenswijsheid kent, zal in dit laatste gezegde nog wel iets meer zien dan cen Hebreeuwsch spraakgebruik, volgens hetwelk alles, ofschoon dan ook in een' oneigenlijken zin, van God wordt afgeleid. Neen, M. H., zal de levenswijsheid eene echte, regt bruikbare zijn, zij moet dan cene hoogere, eene godsdienstige, en (waarom het regte woord hier niet genoemd?) cene Christelijke levenswijsheid wezen. Eerst dån onderscheidt zij zich van sluwe geslepenheid, die ten kwade zoowel als ten goede wordt aangewend. Eerst dan wordt zij meer dan moreel overwigt, waardoor men zwakke zielen en wankelende omstandigheden weet te leiden. Eerst dán, wanneer eerbied voor God de bron onzer wijsheid is, wordt niet alleen ons verstand verlicht, maar ook ons levensbeginsel gereinigd, ons levensgenot veredeld, ons geduld tot onderwerping, onze welwillendheid tot liefde, onze arbeid tot voorbereidingsmiddel voor edeler werkkring verhoogd. Ik eindig, M. H., met den hartelijken wensch, dat ons leven voor de verkrijging dezer wijsheid niet verloren zij, maar door vele van hare uitnemendste vruchten gekenmerkt worde! Heil onzer dan! want het is deze wijsheid, die niet alleen van boven komt, maar ook naar boven leidt.

HET SOCIALISME, OF HET JONGE ENGELAND.

England has always had its school of infidelity.

Het Socialismus in Engeland heeft de strekking, om alle grondslagen der bestaande kerkelijke en burgerlijke gemeenschap omverre te werpen. Die rigting, gelijk de beginselen, van welke zij uitgaat, is dus in regelregten strijd met haren naam. Het meest antisociale stelsel, dat de wereld ooit kende, wil het zoogenaamde Socialismus vestigen. Het is dan ook hierom vooral, dat het betec

« 前へ次へ »