Vaderlandsche letter-oefeningen

前表紙
1842

この書籍内から

ページのサンプル

他の版 - すべて表示

多く使われている語句

人気のある引用

455 ページ - ... suscipit Anchises atque ordine singula pandit. 'principio caelum ac terras camposque liquentes lucentemque globum Lunae Titaniaque astra Spiritus intus alit, .totamque infusa per artus mens agitat molem, et magno se corpore miscet.
146 ページ - t sonder mijn gedoogh niet voeghelijck en stond: Want (segg ick tegens my) wat heeftse toch bedreven, Die minder menschlickheit daer om sy slaevigh leven, En my bedienen moet ? en waerom ick niet haer ? Heeft haer vooronderen van over menigh jaer, Gemeen...
150 ページ - I)aer tegen wat zijns' ons tot quelling, leed en pijn Die by geboorte van ons gilde niet en zijn; En hoe klein is 't getal van die men met twee ooren, 'k Segg ooren van begrip, begaeft vind en gebooren!
146 ページ - En slaven onder mijn' bevelen moeten zijn, Dier bloed ontwyffelick soo goed is als het mijn. Kan ick daermede min als medelijden hebben, En denkende rond om aen 's werelds vloed en ebben, Beduchten dat de kans kan keeren alle dagh, En sij haest dat ick ben, ick dat sy werden magh?
148 ページ - Ontrent die dooden dan (ghij weet, ick meen myn boecken) Ben ick gedurigh of te vinden, of te soecken. En voelder my nu eerst soo yverigh aen vast, Als hadd icker mijn lang, lang leven na gevast. Nu is 't waer, tyds genoegh heb icker by versleten, Waer ick niet bott geweest, ick hoorde wat te weten ; Maer vinde dat ick pas een dingh te deghe weet, Dat 's dat ick my te deegh een' onden weet-niet heet. Vraegt niet hoe ick het weet : 'k hoeft maer my selfs te vragen : Goed' eters hongeren ; maer niet...
144 ページ - Dat niemant dencken derv' om tweemael te beginnen Daer hy 't gelaten heeft. Soo kerft hij spoedigh af Met snelle vonnissen van toegift of van straf...
145 ページ - tis oock klein gerucht; en stilt' houd' ick in acht Die mijn' Gedachten noo verstoort sie of verkracht, En daer ick niets van waerd' en wacht te konnen hooren, Is swijgen mij een lust en Balsam voor mijn
148 ページ - ... de warmte eens vriends, die zijne nachtrust opoffert, om naar die stemmen uit het grijze verledene te luisteren, met al het zelfverwijt eens veellezers, die er zoo weinig van leerde; wij mogen alleen het laatste aanhalen: Ontrent die dooden dan (ghij weet, ick meen myn boecken) Ben ick gedurigh of te vinden, of te soecken. En voelder my nu eerst soo yverigh aen vast, Als hadd icker mijn lang, lang leven na gevast. Nu is 't waer, tyds genoegh heb icker by versleten, Waer ick niet bott geweest,...
142 ページ - Dit luydt als of daer Stadt en Land verloopen waer, En of ter wereld d' een den and'ren noyt hier naer Sien of ontmoeten sou: maer hoort, besorgde vrinden, Niet heel een straete weeghs en isser scheid te vinden Van 't oud...
146 ページ - Die minder menschlickheit daer om sy slaevigh leven, En my bedienen moet? en waerom ick niet haer? Heeft haer voorouderen van over menigh jaer, Gemeen' of eigen ramp soo heftigh overloopen, Dat het kindskinderen als met den hals bekoopen, En slaven onder mijn' bevelen moeten zijn, Dier bloed ontwyffelick soo goed is als het mijn.

書誌情報